De toekomst van digitale zorg: passende zorg voor iedereen
Het ei van Columbus? Nee, maar dat digitalisering in de zorgsector een grote bijdrage kan leveren aan betere en meer passende zorg, dat lijdt inmiddels geen twijfel meer. Vraag is nu hoe we de processen van digitalisering kunnen verbeteren en versnellen. Nieuw wetenschappelijk onderzoek richt zich dan ook op effectieve implementatie- en evaluatiemethodieken bij digitale zorgtoepassingen.
Met de groeiende vraag naar zorg en het toenemend tekort aan personeel wordt de behoefte aan digitale zorg steeds duidelijker. Toch staan we rond de invoering van digitale zorg voor een aantal forse uitdagingen, zo ziet ook Miriam Vollenbroek-Hutten. “Een belangrijk obstakel is de tijd tussen ontwikkeling en implementatie”, zegt ze. “Dat duurt vaak tien tot vijftien jaar. Hoe dat komt? Bijvoorbeeld omdat we innovatie nog te veel op een traditionele manier willen evalueren en invoeren. Dat past niet meer.”
Zorg bij jou
Bij de zeven Santeon ziekenhuizen worden digitale zorgdiensten geleverd door Zorg bij jou: zorg leveren we digitaal en thuis waar het kan en in het ziekenhuis als dat nodig is. Volgens Annemiek Kwast leveren de gegevens uit de apps die hierbij worden gebruikt bijzonder waardevolle informatie. “Het gaat hier om real-world data, RWD. Data op persoonsniveau die meteen beschikbaar is. Vanuit die data, waarbij de patiënten intensiever gemonitord worden dan bij de traditionele gerandomiseerde onderzoeken, kunnen we de gebruikte applicaties veel sneller aanpassen, doorontwikkelen en effectiever maken. Daar heb je geen jaren meer voor nodig.”
Zorgpaden aanpassen
Binnen steeds meer zorgpaden vervullen digitale hulpmiddelen inmiddels een belangrijke ondersteunende functie. De implementatie bij nieuwe zorgpaden gaat daardoor ook sneller. “Je kijkt waar binnen een zorgpad digitalisering van meerwaarde kan zijn”, vertelt Vollenbroek-Hutten. “Welke applicatie is geschikt, waar moet die aan voldoen en welk doel willen we bereiken? Gevolg is dat je het zorgpad daarna ook aanpast en anders inricht. Waarbij zorgvuldigheid en protocollering natuurlijk centraal staan. Welke informatie heeft de patiënt nodig, welke signalen meet je, hoe doe je dat, hoe gaan die signalen naar het ziekenhuis, wanneer en hoe moet je opvolgen? Een voorbeeld? Er zijn ingrepen waarbij een patiënt vroeger vier dagen in het ziekenhuis bleef voor monitoring. Nu vindt die monitoring digitaal thuis plaats na een opname van 24 uur. Ander voorbeeld is het vervangen van een fysiek consult door een belafspraak met de arts. Als je de beschikking hebt over real-world data kun je heel snel beoordelen of bepaalde veranderingen leiden tot beter passende zorg of juist niet.”
Onderzoek koppelen aan dagelijkse praktijk
Het onderzoek dat wordt uitgevoerd, wordt zoveel mogelijk direct gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Hoe gaan patiënten om met de apps, verandert de therapietrouw, bieden de waardebepalingen van de apps de mogelijkheid om sneller bij te sturen, worden trends herkend, ontwikkelingen voorspeld? Er zijn nog heel wat vragen die wachten op een antwoord. “Zeker”, onderschrijven de onderzoekers. “Toch is dit een prima weg naar een systeem waarin we continu kunnen innoveren. Ook met andere zorgaanbieders samen. Als ziekenhuis zijn we een deel van de keten. We moeten ernaar toe dat de patiënt nog meer dan nu hét centrale uitgangspunt is en dat we daar als gezamenlijke zorgverleners, met behulp van alle digitale mogelijkheden, omheen gaan staan.”
Deel dit artikel op: